WAAROM ZIJN WE ZO PREUTS?

Achtergrond

WAAROM ZIJN WE ZO PREUTS?

Op het strand is zelden meer een topless vrouw te zien, zelfs peutermeisjes dragen een triangel-bikini over hun toekomstigen borsten. Hebben onze moeders daar hun beha’s voor verbrand?

Mijn oma is niet het type dat in mantelpak en met gewatergolfd haar zit te bridgen. Onlangs las ik het boek dat ze in de jaren zeventig schreef, waarin ze voor het open huwelijk pleitte en haar seksuele verlangens en uitspattingen uit de doeken deed.  Tegenwoordig – ver in de tachtig inmiddels – draagt ze zwierige geborduurde broeken, glanzend groene oogschaduw en heeft ze haar zilvergrijze haren in een strakke sixties-bob geknipt. Op enige gêne over welk onderwerp dan ook heb ik haar nog nooit kunnen betrappen. Ik besluit daarom bij haar te beginnen als ik erachter probeer te komen waarom we de afgelopen jaren zoveel zediger zijn geworden.

‘Is de millennial preutser dan de generatie daarvoor?’ kopte Het Parool in 2020, gevolgd door de Volkskrant, een paar maanden later: ‘We worden helaas weer steeds preutser’. NPO Radio 1 maakte het iets ingewikkelder: ‘Nederland is tegelijkertijd preutser én seksueler.’  Feit is in elk geval dat topless zonnen uit de mode is geraakt en dat zelfs kleuters met strandschepjes triangeltopjes over hun toekomstige borsten zijn gaan dragen. Er is meer discussie over naakt in films, muziek, reclame en beeldende kunst, en wat te denken van de schuimbekkende reacties toen NPO Zapp het educatieve kinderprogramma Gewoon Bloot aankondigde, 33 jaar nadat Theo en Thea de jonge kijkertjes bijspijkerden over naturisme, omringd door een stuk of twintig naakte figuranten.

Ikzelf – geboren in 1985 – zie al een aanzienlijk verschil tussen de eerste en de laatste keer dat ik op het strand lag. Maar ik heb de seksuele revolutie van de jaren zestig niet meegemaakt en ook de vrije jaren zeventig niet, waarin vrouwen massaal hun bovenstukjes aan de wilgen hingen. Ik was er niet bij toen er voor het eerst een geheel blote vrouw op landelijke televisie verscheen (1967), of toen in Callantsoog het allereerste openbare naaktstrand van Nederland werd geopend (1973). Zelfs de lancering van onze eigen polder-Playboy (1982) heb ik moeten missen, maar dat geldt dus niet voor mijn oma (geboren in 1934). En als ik toch bezig ben met familieleden aan de tand voelen over naakt en preutsheid, ook niet voor mijn moeder (1957).

Hoe vrijgevochten mijn oma nu ook is, vroeger was bloot iets wat niet ‘hoorde’ als je de kleuterleeftijd eenmaal was gepasseerd. Haar ouders zag ze nooit naakt, en ook vriendinnen of zussen niet. Zelfs de gebruikte terminologie was schimmig. “Het mannelijke geslachtsorgaan werd bij ons thuis ‘je puusje’ genoemd”, vertelt ze, “en het vrouwelijke geslachtsorgaan ‘je kuiltje’. Ik herinner me goed dat mijn zusje eens per ongeluk iets had gezien en verheugd uitriep: ‘Vader heeft een reuzepuus!’”  Haar eigen voorstelling baseerde ze op de Griekse en Romeinse beelden die ze weleens in musea tegenkwam. Pas nadat ze met mijn opa trouwde zag ze voor het eerst een blote man van vlees en bloed. De eerste vrouw kwam een paar jaar later. “Voorhuwelijkse vrijages waren er wel”, verklaart ze, “maar altijd met kleren aan. Van je opa heb ik ook het woord ‘kut’ geleerd. Ik had eerst geen idee waar hij het over had.” Aan het mannelijk lichaam raakte ze nooit helemaal gewend. “Raar toch, al die aanhangsels? Een rommelzooitje als je het mij vraagt.”

Haar eigen kinderen, onder wie mijn moeder, werden een stuk vrijer opgevoed. Zo vertelt mijn moeder dat er zonder douchegordijn in de keuken werd gedoucht en dat ze soms met wel vijf neven en nichten tegelijk in bad ging. Als tiener werd er regelmatig met een groep vrienden naakt gezwommen in een Brabants vennetje, en de nodige informatie kon ze uit biologieboeken halen, of zelfs uit vieze blaadjes die ze onder andermans matrassen opdook. Een decennium later werd topless zonnen de norm, ook bij mijn moeder, en op rustige Franse stranden gingen zelfs alle kleren uit.