‘Dat is toch geen pan, zo'n blote Willie’

Editorial

‘Dat is toch geen pan, zo'n blote Willie’

doorLinda de Mol

ALS IK HEEL EERLIJK BEN, VOND IK ER WAT VAN, TOEN IK JONG WAS: Van mensen die naakt recreëerden. Tssss, waarom zou je dát willen?, dacht ik, als ik ergens beelden zag van blote mensen achter een winkelwagentje in de camping­super of naakt volleyballend op een strand. Oh ja, en dan wel een trui aandoen als het koud wordt maar geen broek, why? Dat is toch geen pan: zo’n blote willie onder een sweatshirt.

Eind jaren zeventig was ik een prille puber en het idee alleen al dat mijn ouders me mee zouden nemen naar zo’n vakantieplek waar ik twee weken lang tegen piemels, punani’s en borsten van oudere mensen zou moeten aankijken en, oh horror, zelf met mijn twee erwten op een plankje, helemaal in m’n nakie de tent uit zou moeten … Daar waar ik ze in een heleboel dingen hopeloos ouderwets vond, was ik maar wát blij dat ze mij – lekker conservatief – mee­namen naar campings waar iedereen de intiemere delen keurig verpakte in badpakken en korte broeken. En waar de natte zwembroek onder een groot strandlaken stuntelig verwisseld werd voor een droge.