De vriend van Geerteke van Lierop (38) ging twee jaar geleden een middag varen en keerde niet levend terug. In haar boek Een zee van glas omschrijft ze op intieme wijze haar rouwproces.
“Er zit schoonheid in rouwen”, vertelt ze als we haar bellen.
‘Dit kan mijn leven niet zijn’
“‘Je neemt niet op. Je neemt áltijd op’, zo begin ik mijn boek. Ik voelde meteen: er is iets mis. Mijn lichaam wist het al. Misselijk. Zo gespannen was ik nog niet geweest. Ik kreeg een claustrofobisch gevoel en een sterke pijn in mijn hart. Een dag later bevestigde de politie wat ik al wist… Bas was verdronken. Mijn eerste gedachte was: dit kan mijn leven niet zijn.”
‘Bas voelde als thuis’
“Bas kwam onverwachts, maar hij voelde meteen als thuis. Dat kende ik niet. Wel dat iemand later als ’thuis’ gaat aanvoelen, maar niet vanaf de eerste ontmoeting. We hadden heel veel lol en hij was rustig, zorgzaam en wijs. Hij was ook heel trots en zei al snel: ‘Dit is mijn vrouw.’ Ik dacht nog: ho, ho, rustig, we zijn gewoon aan het daten. Maar het voelde goed dat hij helemaal voor me ging.”
‘Ik verloor ook mijn toekomstdroom’
“Hij leerde me in het moment te leven. Ik raasde constant door, maar hij kon me daar uittrekken door me bijvoorbeeld spontaan op te halen. ‘We gaan wandelen en je gaat nu mee’, zei hij dan. Het was voor het eerst dat ik een toekomst met iemand zag. We bespraken hoe we als tachtigjarigen zouden zijn. Dat maakt het extra moeilijk: ik rouw niet alleen om hem, ik ben ook een toekomstdroom kwijt.”
‘Lief monster, noemde hij mij’
“Met de tijd vervagen de herinneringen. Dat vind ik erg. Ik ben zijn stem bijna vergeten, maar soms hoor ik ‘m nog ‘lief monster’ zeggen. Zo noemde hij mij. Of als ik voor een lastige beslissing sta, weet ik wat Bas zou zeggen. Ik denk nog elke dag aan hem, maar dat is juist fijn. Het brengt me dichter bij hem.”
‘Ik putte veel uit steun van vreemden’
“Als je in een diep rouwproces zit, dan raak je vervreemd van de wereld. Om uiteindelijk weer te kunnen functioneren heb je anderen nodig. Ik putte veel steun uit familie en vrienden, maar gek genoeg ook uit vreemden. Dat kan al zonder veel te zeggen, bijvoorbeeld toen ik kleding voor de crematie uit kwam zoeken. De jongeman in de winkel maakte me aan het lachen toen we zeiden dat Bas zou willen dat mijn billen goed uitkwamen. Aan het einde gaf hij me een knuffel. Ik denk dat mensen niet door hebben van hoeveel waarde deze momenten kunnen zijn.”
‘Er komt ongemak bij de dood kijken’
“Het boek zit heel dicht op m’n huid, maar tegelijkertijd wilde ik het universele verhaal over verlies beschrijven, zodat mensen ook hun eigen verhaal erin kunnen lezen. Ik begon met schrijven vanuit de verwondering over het ongemak dat bij de dood komt kijken. Mensen denken soms dat ze niet dichtbij genoeg bij iemand staan en laten dan niets horen. Sommigen zijn bang om het verkeerde tegen je te zeggen, maar het gaat er niet om wat je zegt. Het belangrijkste is dat je luistert naar hun verhaal. Mensen willen de pijn wegnemen en zeggen dat je het los moet laten. Maar ik wil Bas helemaal niet loslaten. In die pijn zit namelijk ook de liefde.”
‘Wordt het ooit nog licht?’
“Vroeger dacht ik: wordt het ooit nog licht? Nu weet ik tijdens een zwaar moment dat ik me morgen weer beter zal voelen. Het gemis, de liefde en het verdriet: het stopt nooit. Maar het beheerst mijn leven niet meer. In rouwen zit ook schoonheid. In het begin zag ik dat niet.Ik voelde me na zijn dood gek genoeg ook ontzettend levend. Bas probeerde mij altijd te laten stilstaan, me de tijd te laten nemen. Nu snap ik dat pas echt. Het heeft me dichter gebracht bij het leven dat ik wil leiden. Jammer dat ik dat niet meer met hem kan delen, maar ik weet dat hij trots zou zijn.”
Lees ook
Rouwspecialist over nieuwe liefde na overlijden partner: ‘Er ontstaat vaak een schuldgevoel’