‘ik moet een betere vader zijn’

Interview

‘ik moet een betere vader zijn’

Na meer dan dertig jaar drank en drugs is choreograaf en acteur Dan Karaty (46) nu sober. “Met cocaïne voelde ik me eindelijk cool, confident en in control.”

EEN FRAGMENT UIT ZIJN BOEK ‘IF I’M BEING HONEST’: ‘Toen ik in Duitsland met Kylie Minogue op tournee was, nodigde ze me na een van haar optredens uit voor een feestje. Het gaf me ook de kans om te gaan met andere beroemdheden, agenten en producenten, om te netwerken en relaties op te bouwen. Maar toen ik eenmaal binnen was, voelde ik me zoals gewoonlijk heel ongemakkelijk. Ik stond daar twintig minuten lang stokstijf stil terwijl ik de smalltalk over me heen liet komen, werd door Kylie aan een aantal mensen voorgesteld, verontschuldigde me toen zo snel mogelijk en racete terug naar de tourbus. Een van Kylies assistenten ging een tijdje later naar me op zoek en betrapte me terwijl ik met een glas in de hand gepijpt werd door mijn vriendin. Wonder boven wonder is daar nooit iemand op teruggekomen. Eigenlijk is het een wonder dat mijn carrière bleef stijgen naar de hoogtepunten die het bereikte, maar het is ook moeilijk om niet te denken aan wat het nog meer had kunnen zijn.’

Dan Karaty is veertien jaar als hij voor het eerst drinkt, vijftien als hij op regelmatige basis net zolang doordrinkt totdat er een black-out op volgt. Iets dat hij dertig jaar lang blijft doen, tot 11 mei 2021, de dag dat hij – aangeschoten – incheckt bij een afkickcentrum.
Op dat moment is hij vader van twee kinderen, getrouwd met zijn grote liefde Natasha en in meerdere landen bekend als jurylid in hitshow So You Think You Can Dance, nadat hij eerder de choreograaf was van wereldsterren als Britney Spears, Justin Timberlake, Janet Jackson, Kylie Minogue en Jessica Simpson.
Tot zijn beste vrienden behoorden dansers Cris Judd (destijdsgetrouwd met Jennifer Lopez), Wade Robson (de protegé van Michael Jackson die Jackson na zijn dood zal beschuldigen van misbruik) en, nog steeds, manager Michael Sanchez en zijn zus Laura, die verkering heeft met Jeff Bezos, een van de drie rijkste mensen op aarde.
Hij werkte met Hugh Grant en Drew Barrymore, *NSYNC en Pink, werd voor etentjes uitgenodigd op Neverland, de beroemde ranch van Michael Jackson, danste op een private party met Prince, tijdens een fashionshow met de Pussycat Dolls, en logeerde wekenlang thuis bij Justin Timberlake.
Maar in plaats van te genieten van wat hem allemaal overkwam, zocht Dan Karaty uit New Jersey overal naar de snelste way out: hoe kan ik weg bij deze mensen, hoe kan ik zo snel mogelijk weer alleen zijn en beginnen met drinken?

Eind juni verschijnt Karaty via Zoom op het scherm. Het is acht uur ’s ochtends in New Jersey, de zon schijnt buiten al fanatiek boven het groen in zijn tuin. Het huis is nog rustig, zegt hij, dochter Quinn (11) en zoon Daniel (9) hebben vakantie, maar zullen straks ongetwijfeld binnenstormen. Hij lacht de brede Amerikaanse lach waarmee hij via de zenders van RTL ook hier in Nederland bekend werd, maar die een maskerade bleek voor onderliggende gevoelens van angst, stress en zelftwijfel.
Jij groeit op in de Fine Family, vertel je in je boek. Bij de Karaty’s thuis was altijd alles ‘fine’.
Smile and carry on is ons adagium, en ik was daar heel goed in. Als iemand vroeg hoe het met me ging, was het altijd ‘Great! Fantastisch!’ Bij ons thuis werd nooit over gevoelens gesproken. Iets dat ik mijn ouders niet kwalijk neem, zij zijn waarschijnlijk zelf ook zo opgevoed. En wij hádden ook niets te klagen: we woonden in een leuke stad, in een mooi huis, mijn ouders hadden hun eigen dansstudio. We waren heel close met mijn grootouders, een oom en tante. Toen zij stierven, gingen we met ons gezin naar de uitvaart – en daarna spraken we nooit meer over het feit dat deze mensen waren overleden. Dat is hoe we overal mee omgingen. You smile, you move on.”
Jij stapt regelmatig dronken in de auto: ook daar wordt verder niet over gesproken.
“Het idee alleen al dat een van míjn kinderen dat zou doen … ik zou er eindeloos met ze over praten en er alles aan doen om ervoor te zorgen dat dat nooit meer zou gebeuren. Maar bij mij werd er geen woord aan vuilgemaakt, niemand vroeg ooit: ‘Waar ben jij in hemelsnaam mee bezig?’”
Je bent een van de uitverkorenen die na de MTV Awards op een feestje met Prince en zijn toenmalige vrouw Mayte mag blijven; iedereen geniet, behalve jij. Jij blijft net zo lang doordrinken aan de bar totdat je een black-out krijgt.
“Zo is het in mijn leven vaak gegaan. Ik ontmoette de meest geweldige mensen, in de meest unieke situaties, maar kon nooit ergens écht van genieten. Omdat mijn zelfbewustzijn me altijd in de weg zat. Ik was zo socially akward en voortdurend overbewust van mezelf, dat ik dacht dat iedereen op mij lette. Ik liep een club in met *NSYNC, in de jaren negentig een van de populairste boybands, en wist zeker dat alle ogen op míj gericht waren. ‘Wie is hij? Waarom is hij met die ­jongens op stap?’ Sloeg natuurlijk nergens op, maar de enige manier om dat stemmetje in mijn hoofd stil te krijgen, was drinken. Alleen had ik geen uitknop; ik dronk altijd veel te veel. Waardoor ik de volgende ochtend nog meer last had van spanning, en daar dan maar één oplossing voor zag: alcohol.”
Je verlaat New Jersey om het in Los Angeles te gaan maken als danser en choreograaf; nog geen achttien maanden later logeer je samen met Wade Robson al bij Justin Timberlake, om samen zijn wereldtour vorm te geven. In je boek schrijf je: ‘Kort nadat ik in LA aankwam, werd ik oneerlijk en nep.’
“Ik reisde de wereld over, ging uit met beroemdheden, verdiende veel geld en schepte tegen mijn familie en vrienden op hoe ongelooflijk goed het met me ging. Liegen werd een soort tweede natuur voor me. Wat ontzettend vermoeiend was, en waardoor de spanning in mijn lijf alleen maar toenam. De oorsprong ervan lag er natuurlijk in dat ik iets te verbergen had: mijn drankgebruik.”
Hoe groot je kater ook was, je had altijd de discipline om vroeg op te staan, te sporten en vervolgens lange werkdagen te maken, waarin je wél van de drank af kon blijven.
“Ik weet nu dat ik een highly functional alcoholic was. Die discipline van mij was zowel een zegen als een vloek. Omdat ik in staat was alle ballen hoog te houden, kon ik ook doorleven zoals ik deed. Misschien was ik anders veel eerder tegen de lamp gelopen. Ik vond dat ik niet hetzelfde was als anderen – ik dronk weliswaar veel, maar had het ook allemaal onder controle. Ik realiseer me nu dat mijn dure lunches als een soort luxe dekmantel dienden: als ik die kon betalen, deed ik vast iets goed, dus was het ook oké om er iets bij te drinken. Dat is natuurlijk ook een leugen. En ik had inmiddels twee identiteiten ontwikkeld: de publieke persoon Dan, die later als jurylid moeiteloos kalm en zelfverzekerd kon spreken voor miljoenen tv-kijkers, én de alcoholist die zich opsloot in zijn kamer en zodra de camera’s uit­gingen niet wist wat hij tegen z’n collega’s moest zeggen.”