‘James kijkt dwars door me heen’

Column

‘James kijkt dwars door me heen’

doorJohan Fretz

OP DE KINDEROPVANG NOEMEN ZE JAMES (3) SOMS DE kleine sjamaan. Juf H. Heeft die bijnaam gemunt, omdat mijn zoon altijd heel lief op kinderen afloopt die zich niet lekker voelen. om ze een knuffel te geven, vaak nog voordat ze zelf doorhebben dat ze ziek zijn. steeds vaker begin ik te vermoeden dat juf H. Gelijk heeft.

Het was nu ongeveer een jaar nadat onze dochter Leah was geboren en een halfjaar nadat mijn vader stierf. Dit tropenjaar had me meegesleurd als een ontembare orkaan en ik hunkerde naar het moment dat ik eindelijk weer zou worden uitgespuugd op de grond, om daas en duizelig weer enigszins tot bedaren te komen. Maar voorlopig sloeg de klok weer eens twaalf uur middernacht en zat ik beneden achter mijn werktafel een blikje Red Bull te drinken, al wist ik dat S. me had verboden die troep te kopen.
“Je bent toch geen puber?!” Ze had gelijk. Maar nood brak wet. Opeens hoorde ik van boven een loeihard gekrijs. Het was James, onmiskenbaar. De krijs werd gevolgd door gestamp en toen hoorde ik hem de trap afstommelen. “Papaaaa!” Hij rende naar me toe, ik tilde hem op, drukte hem tegen me aan, probeerde hem te kalmeren, maar hij was ontroostbaar. Een uur lang. Totdat ik zijn hartenkreet – “Jij moet bij mij komen slapen op een matras” – schoorvoetend inwilligde. Ze zeggen dat kinderen sponzen zijn, dat ze alle emoties en gedachten die in de lucht hangen of die binnen in jou woekeren feilloos opvangen, hoe goed je ook probeert die voor ze te verbergen. Het is waar. Ik ben ervan overtuigd dat kinderen allemaal een zesde zintuig hebben, een infrarood oog dat dwars door mensen heen kijkt, recht hun ziel in. Bij James gaat het nog verder. Hij kijkt niet alleen dwars door jou heen, maar ook door de muren.