Weinig verrassend nieuws voor de Russen gisteren: Poetin is met 75 procent van de stemmen herkozen als president van het land. Het is de vierde keer dat hij dat kunstje flikt.
Maar hoe doet hij dat eigenlijk? We zetten drie redenen op een rij.
De concurrenten van Poetin konden op weinig stemmen rekenen. Tegenover zijn 75 procent, stond 15 procent van de stemmen voor de belangrijkste rivaal Pavel Groedinin. Dat heeft niet alleen met de populariteit van de president zelf te maken, maar ook met de uitsluiting van zijn voornaamste concurrent Alexei Navalny. Die leverde fikse kritiek op Poetin, en was daar ook succesvol mee. Hij mocht uiteindelijk van de kiesraad niet deelnemen aan de verkiezingen vanwege een voorwaardelijke gevangenisstraf. Volgens Navalny zelf is de straf politiek gemotiveerd. Hij riep op om de verkiezingen te boycotten. Zonder succes overigens: de opkomst was 67 procent.
"Meneer Poetin, was u bang dat uw politieke tegenstanders voor een verrassing zouden zorgen deze verkiezingen?" pic.twitter.com/qqDgW2jisK
Onafhankelijke waarnemers hebben veelvuldig melding gemaakt van ‘ongeregeldheden’. Zo zouden er al stembiljetten in de bussen hebben gelegen voordat de verkiezingen überhaupt waren begonnen, en zijn er videobeelden waarop te zien is dat leden van stembureaus zelf biljetten in de bus doen. De kiescommissie erkent deze fraudegevallen, maar zegt dat die geen invloed hebben gehad op de uitslag.
3. Veel Russen zijn tevreden over Poetin
Het zijn niet alleen maar list en bedrog waarmee het succes van Poetin verklaard kan worden. Hij geniet onder een groot deel van de Russische bevolking ook nog steeds populariteit. De president heeft het land (hoewel hij ook geholpen werd door een stijgende olieprijs) uit een diepe economische crisis getrokken, en dat wordt hem in dank afgenomen. Ook zijn militaire successen, zoals het veroveren van delen van Georgië en Oekraïne, zorgen voor steun. Daarnaast kan de vijandige houding van het westen meespelen, zegt correspondent David Godfroid bij de NOS. “Als Russen het gevoel hebben dat ze worden aangevallen, scharen ze zich achter hun leider.”