Het negentienjarige slachtoffer werd in de nacht van 7 op 8 juni 1992 in Zaandam met veel geweld om het leven gebracht. Haar half ontklede lichaam werd gevonden in een vijver bij een kerk in de wijk Kogerveld. De zaak bleef lang onopgelost. Door de jaren heen pakte de recherche het onderzoek bij nieuwe aanwijzingen telkens weer op. Een DNA-verwantschapsonderzoek leidde vorig jaar tot een doorbraak en bracht Hüseyin A. als verdachte in beeld.
‘Verzonnen verhaal’
A. heeft tijdens de rechtszaak ontkend. In het lichaam vanVanDoorn zijn biologische sporen van A. gevonden. De verdachte heeft tijdens het proces verklaard dat hij in 1992 een seksuele relatie met VanDoorn had. De rechtbank gelooft daar niets van. De rechter rekent het A. aan dat hij, 26 jaar na dato, met dit “verzonnen verhaal” op de proppen is gekomen, omdat het “een beeld schetst van Milica zoals zij niet was”. Dat is volgens de rechtbank extra kwetsend voor de nabestaanden.
Met grof geweld
Evenals het OM stelt de rechtbank vast dat VanDoorn “met excessief, grof geweld” om het leven is gebracht. Na de verkrachting heeft A. de jonge vrouw meermalen met een mes gestoken en haar keel doorgesneden. Haar half ontklede lichaam sleepte hij naar de vijver om het daar, verscholen in het riet, achter te laten.
“Milica moet in de laatste momenten van haar leven onvoorstelbaar bang zijn geweest en pijn hebben gehad”, aldus de rechtbank. “Hij heeft ruim vijfentwintig jaar gezwegen en een normaal leven geleid en de ouders en nabestaanden in het duister laten tasten.”